Graanklanders

Kevers

Algemeen

Zeer algemeen in graanopslagplaatsen.
De graanklander kan -in tegenstelling tot de rijst -en maisklander - niet vliegen.
Deze keversoort tasten meestal hele graankorrels aan.
Zij kunnen echter bij afwezigheid hiervan ook andere vaste meelspijzen of zetmeelhoudende waren als vermicelli, macaroni, erwten, kastanje, eikels hondenbrood, ect. aantasten.

Uiterlijk van graanklanders:

Deze klanders zijn 3-5 mm groot.
Deze graanklander verschilt duidelijk van zijn familieleden de rijst -en maisklander, doordat bij de graanklander de vleugels ontbreken en de dekschilden aaneen zijn gegroeid.
Zij hebben knotsvormige antennen die halverwege geknikt zijn als een elleboog.
De klanders hebben een cilindrisch hard lichaam, dat rood-bruin tot zwart van kleur is.
Het halsschild van deze klanders is relatief groot en nauwelijks korter dan de dekschilden.
De graanklanders heeft voorts in het halsschild ovaalvormige putjes, terwijl de lijnen op de dekschilden duidelijk gescheiden zijn.
De rijst- en maisklander hebben ronde putjes in het halsschild, terwijl de lijnen op de dekschilden dicht bij elkaar liggen. Deze schilden hebben voorts 2 paar oranje vlekken.
Het verschil tussen de rijst- en maisklander is alleen te zien door een gedetailleerde studie van de genitaliën.

Ontwikkeling graanklanders:

Volledige gedaantewisseling.
De vrouwelijke kever boort met haar snuit een gaatje in de graankorrel en legt hierin 1 ei, waarna zij het gaatje weer dicht maakt met een afscheidingsproduct, dat dezelfde kleur heeft als het graan.
Op deze wijze kan zij 2 tot 3 eieren per dag leggen; doordat ze betrekkelijk lang leeft, kan ze in totaal wel een paar honderd eitjes leggen.
Uit het ei komt een witte, pootloze larve. Deze vreet de hele korrel leeg en verpopt zich daarna in het omhulsel van de korrel. Na ongeveer 1 week verlaat de volgroeide kever deze huls, waarna de cyclus zich weer herhaalt.
Bij 23 graden Celsius duurt de ontwikkeling van ei tot imago ongeveer 1 maand.
De volwassen kever leeft bij een temperatuur van 28 graden Celsius ongeveer 3 maanden em bij 20 graden Celsius 5-7 maanden.
De ontwikkeling staat vrijwel stil bij temperaturen beneden 13 graden Celsius.
Onder gunstige omstandigheden brengt de graanklander 3 tot 4 generaties voort, anders 3 tot 4 per jaar.

Leefwijze van graanklanders:

De graanklander wordt ook wel buiten aangetroffen. Dit in tegenstelling tot de rijstklander, die alleen in min of meer verwarmde opslagplaatsen kan leven.
In opslagplaatsen leeft de klander het liefst in het midden van de graanhoop, aangezien het daar warmer is.
In onverwarmde ruimten verschuilen zij zich tegen het begin van het koude jaargetijde op de warmste plaatsen, bijv. langs verwarmingsbuizen of aan de zuidzijde van de ruimte.
Zij kunnen voorkomen in opslagplaatsen, silo's maalderijen, woonhuizen

Schade door graanklanders:

Door de uitwerpselen kunnen granen muf worden.
Aan- en uitvreten van de korrel door de kever en larve.
Vermindering van kwaliteit.
Door condensvorming kan bij langere opslag het graan gaan spruiten.

Verspreiding van graanklanders:

De kevers behoorden oorspronkelijk niet tot onze fauna. Zij zijn echter lang geleden uit warmere landen met de graanhandel in onze streken ingevoerd.
Wordt met onze transporten verspreid.

Bestrijding van graanklanders:

Voor vrijblijvend advies over het bestrijden van Graanklanders kunt u het best contact op nemen met Wilca Systems & Services.