Kelderzwam (Coniophora puteana)

Zwam en schimmel

De kelderzwam komt vaak voor waar doorgaans vochtige tot natte conditie aanwezig zijn zoals bijvoorbeeld: grondslag, optrekkend vocht of lekkage van rioleringen en daken.
De kelderzwam groeit snel en tast zowel naald- als loofhoutsoorten aan. Houtsoorten van de duurzaamheidklasse I worden niet, van klasse II zelden aangetast.

Door de constante hoge vochtigheidsgehalte in kruipruimte, ontstaat hier veelal de aantasting, alsmede in dakconstructies bij lekkage.

De sporen van de kelderzwam ontkiemen snel wanneer gunstige condities ontstaan waarna de schimmeldraden, hyphen genaamd, het hout indringen. Deze hyphen hebben een diameter tussen de 0,0005 en 0,005 mm en zijn met het blote oog niet zichtbaar. De hyphen zijn aanvankelijk wit. Op het houtoppervlak worden zelden mycelium, verstrengelde schimmelraden, gevormd. Wel kan op sommige plaatsen bijvoorbeeld onder linoleum en achter plinten een dunnen aantasting zichtbaar zijn gelijkend op dat van de huiszwam. Bij ontwikkeling van mycelium op het oppervlak van hout of steen bestaat dit allen uit dunne schimmeldraden van 1 á 2 mm die waaiervormig vertakt zijn en op wortels of wijnranken lijken en donker bruin tot zwart gekleurd zijn. Vruchtlichamen worden zelden aangetroffen in gebouwen. Het bestaat eerst uit een okerkleurige later olijfbruine dunne plaat van ca 3 mm met onregelmatige vorm en bedekt met kleine knobbeltjes. Het kan van grote variëren van enkele centimeters tot ruim 50 cm in diameter. De rand blijft geelachtig wit. De sporen, die het vruchtlichaam voortbrengt zijn donkerbruin, ovaal en zeer klein met een lengte van 0,008 tot 0,0013 mm en een diameter van 9,005 tot 0,009 mm. Zij worden door de luchtstroom of insecten verspreid waardoor de kringloop weer gesloten is.

De kelderzwam behoort tot de bruinrot verwekkende schimmels. Door het afbreken van cellulose en hermicellulose worden de wanden van de houtcellen vernietigd. In het begin heeft hout een donkere verkleuring die in een vergevorderd stadium tot bijna zwart kan worden. Kenmerkend zijn de scheuren lopende in de vezelrichting van het hout. Dit is vaak te zien in hout van kleinere omvang zoals dat van ramen en kozijnen terwijl in hout van grotere afmeting zoals balken ook scheuren ontstaan, loodrecht op de vezel richting wardoor kubusvormige delen ontstaan overeenkomend met de aantasting door de huiszwam doch minder scherp afgetekend.
Een ander belangrijk kenmerk van klederzwam is de inwendige aantasting van het hout waarbij aan de oppervlakte een dun laagje 3 á 4 mm gezond hout intact blijft. Zelfs in een vergevormd stadium is vaak alleen een kleine afwijking en verkleuring van het oppervlakte een aanwijzing dat het hout door kelderzwam is aangetast.

Voor niet deskundigen is de kelderzwam moeilijk te constateren.

Niet alleen door ontkieming van de sporen kan hout door kelderzwam worden aangetast maar ook door hyphen van eerdere aantasting. Kelderzwam tast hout aan dat een vochtpercentage van 40 tot 60 % heeft met een optimum van boven de 50 %

Bij 21 graden groeit hij het snelst terwijl hij bij 35 graden nog geringe groei mogelijk is. Bij 0 graden staat de groei stil maar sterft bij -30 graden nog niet af.