Mollen bestrijding

Knaagdieren

Mollen bestrijding.

Uiterlijk van een mol:

Er zijn verschillende soorten mollen. In Europa komt de gewone mol (Talpa europaea) het meest voor. Het meest opmerkelijk zijn de krachtige voorpoten, die naar buiten gedraaid staan en verbreed zijn met een extra vinger. Hoewel er haast geen nek aanwezig is, kan de kop goed bewegen. Het lichaam is vrijwel geheel cilindervormig. De snuit is lang en kegelvormig. De lengte van het dier is ongeveer 12 à 16cm. De vacht is fluwelig en meestal leizwart. Soms is de vacht crème van kleur.
Bekijk hier het filmpje over how to kill moles.

Zintuigen:

De mol heeft een goed ontwikkelde tastzin en een orgaan om veranderingen in temperatuur en vocht waar te nemen. De oorschelpen zitten in de pels verborgen. Ooropeningen en neusgaten kunnen worden afgesloten, gehoor en reuk zijn matig. De ogen zijn vaak bedekt door de huid, vandaar dat het zicht slecht is. Het naderen van personen wordt door de mol vrijwel altijd opgemerkt.

Voedsel:

Het hoofdvoedsel van de mol bestaat uit wormen. Verder kan men o.a. insectenlarven en slakken in de maag van het dier aantreffen. Dagelijks eten ze gemiddeld 90 à 100 wormen (1 worm weegt ± 1 gram). Dit is ongeveer hun lichaamsgewicht. Toch is de mol geen 24 uur per dag actief. Over het algemeen zijn er 2 tot 3 aktiviteitsperioden per dag. Tussen november en februari valt er één periode samen met het daglicht en is er een korte periode 's nachts. Als de dagen langer worden, is er midden op de dag een pauze. In de periode mei - augustus is de rustperiode gedurende de dag wat meer variabel en is er vaak geen aktiviteitsperiode in het midden van de nacht. De tijdsduur van het wroeten is natuurlijk afhankelijk van het voedsel dat de mol in zijn gangen aantreft. Wanneer er veel wormen in de gangen zijn, wroet de mol minder dan wanneer er weinig zijn. De wormen gaan met een bepaalde vochtigheidsgraad van de grond mee. Wordt de grond aan de oppervlakte wat droger dan zitten de wormen wat dieper. Een logisch gevolg is dan ook dat de mollengangen dieper zitten.

Voortplanting:

De paringstijd begint eind februari tot begin maart. Gedurende deze tijd maken de vrouwtjes een hoge pieptoon. De dracht duurt ca. 4 à 5 weken. Het aantal jongen dat geboren wordt varieert van 2 tot 7. Meestal zijn het er 4 à 5. Ze wegen ± 3,5 gram en hun lengte is ± 35mm. In drie weken tijd zijn ze tot bijna volwassen lengte gegroeid en is de vacht ontwikkeld. De jongen worden 4 à 5 weken gezoogd en blijven daarna nog 2 tot 3 weken bijelkaar in het gangenstelsel van hun moeder. Begin juni verlaten de jongen hun moeder en zoeken zelf hun eigen territorium. Dit is goed te zien in het land. Men ziet dan namelijk losse ritten, half door de grond. In deze periode vallen er veel slachtoffers door toedoen van roofvogels, katten, honden, reigers, en ook door het verkeer.

Gangenstelsel en territorium:

Mollen hebben oppervlakkige gangen, ook wel ritten genaamd, en diepere gangen. Bij oppervlakkige gangen wordt de grond iets omhoog gedrukt, bij diepere gangen wordt de grond naar boven gewerkt waardoor molshopen ontstaan. De diepere gangen bevinden zich op verschillende niveaus. Deze staan door vertikale gangen met elkaar in verbinding. Voor de snelle afvoer van overtollig regenwater is er een verbinding met het grondwater (zie tekening -1-).
Dit grondwater dient tevens als drinkwater, indien er geen sloot in de buurt is. De gangen en hopen functioneren ook als luchtdoorlaat. Aan een veld is ongeveer te zien hoeveel mollen er wonen. Mollen hebben namelijk ieder een eigen territorium en die territoria liggen los van elkaar. Ze komen, op hoofdgangen na, niet in elkaars gangen. Behalve in de paringstijd. De mannetjes komen dan naar de gangen van de vrouwtjes. De grootte van het territorium is afhankelijk van de hoeveelheid wormen. De doorsnee van een mollengang is 4 à 5cm. De gangen van mannetjes en vrouwtjes zien er verschillend uit. De gangen van mannetjes zijn hoekig. Die van de vrouwtjes kronkelig (zie tekening -2- en -3-). De nesten bevinden zich vaak aan de randen van een perceel (bij afrasteringen, heggen, houtwallen, bermen etc.). De nestkamers liggen altijd iets lager dan het maaiveld. Ze vertonen zich als normale molshopen. 's Winters zijn er ook grote molshopen maar daaronder, zo'n 50cm diep, verzamelen ze hun wintervoorraad. Deze wintervoorraad bestaat uit wormen, die door de mol zodanig zijn gebeten dat ze niet wegkruipen, maar ook niet uitdrogen. Die wormen worden samengevlochten tot een grote bal. De mol maakt alleen in strenge winters, wanneer er moeilijk verse wormen zijn te vinden, gebruik van de wintervoorraad. Hij houdt geen winterslaap.

Voortbeweging:

De mol kan zich relatief snel voortbewegen, zo'n 8 km per uur, zowel vooruit als achteruit. Hij kan ook goed zwemmen en duiken. Door zich samen te trekken kan de mol draaien in de gang. Hij is in staat een grote kracht uit te oefenen; hij kan bijvoorbeeld klinkers verzetten van ongeveer 20 keer zijn lichaamsgewicht.

Klem

De traditionele methode is met de mollenklem. Onze medewerkers lopen de gangen van uw mol(len) na en zetten klemmen.Mollenklemmen moeten zo zijn afgesteld dat ze de mol direct doden, zodat onnodig lijden wordt voorkomen. De meest geschikte gangen zijn de regelmatig belopen, oppervlakkige gangen. De bovenkant van de gang wordt voorzichtig geopend. Steentjes, stukjes graszode, etc. worden verwijderd. Met de vingers wordt gevoeld wat de looprichting van de gang is. De klem wordt opgespannen en voldoende diep in de gang geplaatst. Daarna wordt de opening dicht gemaakt, anders voelt de mol de luchtstroom. Dit wordt met behulp van kluiten aarde gedaan en afgewerkt door er gewone grond zachtjes overheen te strooien. Al is hij "zo blind als een mol", toch mag hij geen zonlicht waarnemen anders weet hij al op voorhand dat er iets niet pluis is.
Mol in Klem
De grote fout die hier zeer vaak gemaakt wordt is dat de klem onvoldoende diep wordt gestoken. Indien onvoldoende diep kruipt de mol eenvoudigweg onder de klem door en slaat deze niet dicht. Gedurende de komende weken worden op regelmatige basis de klemmen gecontroleerd. Zodra de mol(len) zijn gevangen wordt met u afgerekend.

Rodenator

Dit apparaat heet Rodenator. De methode die schuil gaat achter dit apparaat is even eenvoudig als doeltreffend. Een mengsel van 97% zuurstof en 3% propaan wordt met elkaar vermengd in het apparaat. Het apparaat spuit het mengsel in de mollengang. Dit mengsel is zwaarder dan lucht, waardoor het gangenstelsel egaal vol loopt. Via een ontsteking aan het einde van de lans van de rodenator wordt het mengsel na ongeveer 40 seconden ingepompt te hebben tot ontploffing gebracht.

Rodenator

Er onstaat een grote knal en een drukgolf van ongeveer 80 bar. De longen van een mol kunnen slechts 5 bar verdragen. De dieren sterven onmiddellijk. Dit maakt deze methode veel diervriendelijker dan de methode met de klem waarin de mol nog een tijdje leeft om maar te zwijgen van de methode met fosforwaterstof. De methode is ook milieuvriendelijk omdat er geen reststoffen achterblijven.

Door de drukgolf wordt het gangenstelsen vernield en kan geen andere mol in dit territorium komen anders dan door zelf nieuwe gangen te graven. Indien met de klem wordt gewerkt kan het gebeuren dat het stelsel binnen een week door een ander mol wordt bewoond. Per explosie wordt een gangenstelsel van ongeveer 10 to 15 meter vernield.
Ook diverse mensen die voorstander zijn diervriendelijke bestrijding beamen dit, hoewel zij liever zien dat fijn gaas 120 cm. diep ingegraven wordt als wering. Ook wij passen wering met behulp van fijn gaas toe, maar dit is een kostbare geschiedenis die alleen loont voor fruittelers en aanverwante beroepen.

Beperking

Door de explosie die de rodenator veroorzaakt is het gebruik binnen de bebouwde kom uitgesloten. Er zouden dan immers ramen of erger kunnen sneuvelen.

Prijsindicatie Rodenator:

Vraag een offerte aan

Abonnement

Wilca kent een abonnement wat u jaarlijks kunt afsluiten. Gedurende de periode van het abonnement wordt uw tuin opgenomen in de inspecteer ronde. Onze medewerkers zullen dan maandelijks uw tuin visueel inspecteren op de aanwezigheid van mollen. Voordeel is dat u dat niet zelf in de gaten hoeft te houden en er wordt meteen een klem gezet bij aanwezigheid. Aan het einde van het jaar krijgt u een overzicht van het aantal mollen wat in uw tuin is gevangen.